Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-7206

van Zakia Khattabi (Ecolo) d.d. 25 oktober 2012

aan de minister van Justitie

De oprichting van een onafhankelijke controle-instantie inzake mensenrechten

VN-conventie
rechten van de mens
Myria
overeenkomstprotocol
wrede en onterende behandeling
foltering
Unia

Chronologie

25/10/2012Verzending vraag
14/11/2012Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-2529

Vraag nr. 5-7206 d.d. 25 oktober 2012 : (Vraag gesteld in het Frans)

België heeft het facultatief protocol bij het Verdrag van de Verenigde Naties tegen foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing (OPCAT) nog niet geratificeerd. Het protocol werd door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties van 18 december 2002 aangenomen en werd in juni 2006 van kracht. België heeft het op 24 oktober 2005 ondertekend. Sindsdien hebben 82 landen zich erbij aangesloten, waarvan 61 het protocol al hebben geratificeerd. Ons land behoort niet tot die laatste groep.

De niet-ratificatie door België is te wijten aan het feit dat de betrokken instanties op federaal en regionaal niveau zich moeten uitspreken over het “nationale” controlemechanisme dat moet worden opgericht. Die controle moet worden verricht door een onafhankelijke mensenrechtencommissie. Verscheidene lidstaten van de Europese Unie hebben reeds een dergelijke commissie opgericht.

België heeft weliswaar het “Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding” en een aantal andere instellingen die zich bezighouden met een specifiek onderwerp of met bepaalde mensenrechten. In 1999 heeft het Centrum echter het B-statuut gekregen volgens de principes van Parijs. Daarmee beantwoordt het dus niet aan de criteria van een onafhankelijke nationale instelling voor de verdediging van de mensenrechten.

Een Belgische commissie voor de mensenrechten zou ertoe bijdragen dat België zijn internationale verplichtingen op het vlak van de mensenrechten kan nakomen en zou ervoor zorgen dat het zich systematisch en regelmatig kan aanpassen aan de internationale evolutie op dit vlak.

Mevrouw de minister, welk standpunt verdedigt u in de besprekingen over de oprichting van die onafhankelijke controle-instantie inzake mensenrechten?

Antwoord ontvangen op 14 november 2012 :

Het regeerakkoord voorziet in de oprichting van een nationale Mensenrechtencommissie, in overleg met de gemeenschappen en de gewesten.

Het Overlegcomité van 23 juli 2012 heeft hiertoe het werkkader gedefinieerd. Op initiatief van de minister van Justitie en de minister voor Gelijke Kansen, samen met vertegenwoordigers van de eerste minister, de vice-eerste ministers, de gemeenschappen en de gewesten, werd onlangs een werkgroep opgericht. Deze werkgroep moet een ontwerp van samenwerkingsakkoord uitwerken houdende oprichting van een overkoepelend interfederaal instituut voor de rechten van de mens.

De koepelorganisatie zal bestaan uit het interfederaal centrum voor gelijke kansen en racisme- en discriminatiebestrijding, het Instituut voor gelijkheid van mannen en vrouwen en het Federaal centrum voor de analyse van de migratiestromen, de bescherming van de grondrechten van de vreemdelingen en de strijd tegen mensenhandel en voldoende zichtbaarheid verlenen aan de doelgroepen zoals kinderen, gehandicapte personen, enzovoort.

Er zal rekening gehouden worden met de bestaande organen op het federale niveau en op dat van de deelstaten die reeds opdrachten uitvoeren inzake de rechten van de mens. In deze context kan de aangelegenheid van een toekomstig nationaal mechanisme voor de preventie van foltering aangesneden worden.