SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2013-2014 Zitting 2013-2014
________________
12 février 2014 12 februari 2014
________________
Question écrite n° 5-11096 Schriftelijke vraag nr. 5-11096

de Zakia Khattabi (Ecolo)

van Zakia Khattabi (Ecolo)

à la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des Chances

aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen
________________
le rapport de l'Institut pour l'égalité des femmes et des hommes et le plan fédéral de " gender mainstreaming " het verslag van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen en het federale plan "gender mainstraiming" 
________________
intégration des questions d'égalité entre les hommes et les femmes
Institut pour l'égalité des femmes et des hommes
discrimination sexuelle
égalité homme-femme
gendermainstreaming
Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen
discriminatie op grond van geslacht
gelijke behandeling van man en vrouw
________ ________
12/2/2014Verzending vraag
17/4/2014Antwoord
12/2/2014Verzending vraag
17/4/2014Antwoord
________ ________
Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-4577 Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-4577
________ ________
Question n° 5-11096 du 12 février 2014 : (Question posée en français) Vraag nr. 5-11096 d.d. 12 februari 2014 : (Vraag gesteld in het Frans)

La publication par l'Institut pour l'Égalité des femmes et des hommes de son rapport d'activité 2012 me parait être une bonne occasion de faire le point avec vous sur la politique du gouvernement dans ce domaine.

Le rapport 2012 de l' Institut fait le constat d'une situation préoccupante : les plaintes continuent d'augmenter dans de nombreux domaines et les notifications concernent principalement des discriminations directes (de l'ordre de 18%).

Dans le domaine de la culture et des médias, les plaintes ont pratiquement quadruplées.

Si comme l'explique l'Institut lui-même, ces augmentations peuvent s'expliquer par une prise de conscience de l'opinion publique face à la problématique du sexisme, ces résultats soulignent, de ce fait aussi, l'important travail de conscientisation réalisé avec succès par l'Institut. Il est dès lors surprenant de lire dans son rapport, qu'outre les économies qui lui sont imposées au motif de la crise économique, l'Institut semble victime d 'une erreur répétée qui diminue encore son budget de 101.000 euro. En outre, l'Institut voit régulièrement ses missions légales augmenter sans que des moyens humains et budgétaires ne soient prévus.

Madame la Ministre, je souhaiterais dès lors savoir :

1) Qu'en est-il de l'erreur budgétaire invoquée par l'Institut dans son rapport 2012 et comment se fait-il que celle n'a pas encore été corrigée ?

2) Comment justifiez-vous cette réduction régulière des moyens de l'Institut, alors que les inégalités entre hommes et femmes ne sont pas moins nombreuses et que votre gouvernement a déclaré faire de la lutte contre ces inégalités une priorité.

Par ailleurs, vous annonciez il y a un an et demi le lancement du plan fédéral de gender mainstreaming en demandant à chaque membre du gouvernement fédéral de s'engager à intégrer la dimension de genre dans deux politiques de son département.

Le temps des bilan étant proche, je souhaiterais savoir quels sont les politiques choisies par chacun de vos collègues et pour chacune d'entre elles, quelles sont les avances obtenues à ce stade ?

 

De publicatie van het activiteitenverslag 2012 van het Instituut voor Gelijkheid van Vrouwen en Mannen lijkt me een geschikte gelegenheid om de balans op te maken van het regeringsbeleid op dat vlak.

In het verslag 2012 van het Instituut komt men tot de vaststelling dat de toestand zorgwekkend is: de klachten blijven toenemen op talloze domeinen en er worden hoofdzakelijk - 18% van de gevallen - directe discriminaties aangegeven.

In de sectoren cultuur en media is het aantal klachten nagenoeg verviervoudigd.

Het Instituut verklaart die toename doordat de publieke opinie zich meer en meer bewust wordt van de problematiek van het seksisme. Hiermee wordt meteen ook het succes aangetoond van het omvangrijke bewustmakingswerk dat het Instituut heeft verricht. Het is dan ook verrassend in het verslag te moeten lezen dat het Instituut, naast de besparingen die het uit hoofde van de economische crisis krijgt opgelegd, ook herhaaldelijk het slachtoffer werd van een vergissing waardoor zijn begroting nog met 101.000 euro inkrimpt. Het Instituut ontvangt overigens geregeld nieuwe wettelijke opdrachten, zonder dat daarvoor in menselijke en budgettaire middelen wordt voorzien.

Mevrouw de minister, ik zou daarom graag van u vernemen:

1) wat er aan is van de budgettaire vergissing die het Instituut vermeldt in zijn verslag 2012 en hoe het komt dat die nog niet is rechtgezet.

2) hoe u de geregelde inkrimping van de middelen voor het Instituut verantwoordt, terwijl de ongelijkheden tussen mannen en vrouwen er niet op verminderen en uw regering heeft verklaard bij voorrang de strijd met die ongelijkheden te willen aanbinden.

Anderhalf jaar geleden hebt u overigens aangekondigd dat gestart werd met een federaal plan “gender mainstreaming”. Daarbij werd elk federaal regeringslid verzocht de genderdimensie op te nemen in twee beleidsdomeinen van zijn departement.

Nu de tijd van de evaluaties nadert, zou ik graag weten welke beleidsdomeinen elk van uw collega's heeft gekozen en welke vooruitgang in dit stadium op elk van die domeinen is geboekt.

 
Réponse reçue le 17 avril 2014 : Antwoord ontvangen op 17 april 2014 :

Il est vrai que l’Institut pour l’égalité des femmes et des hommes a dû réaliser des économies ces dernières années. Il s’agit toutefois de mesures d’économies générales, linéaires s’appliquant à l’ensemble du gouvernement et dont l’Institut n’est pas seul victime. J’ai pourtant, à chaque demande d’économies imposées à l’Institut, demandé une exception au ministre du Budget. A plusieurs reprises, je me suis battue pour la ligne budgétaire de l’égalité des chances, non seulement pour l’Institut mais aussi pour le Centre pour l’égalité des chances et lutte contre le racisme. De plus, j’ai pris sur mon propre budget de subsides à l’Institut le montant de 68 000 euros qui devrait faire l’objet d’un blocage, afin que l’Institut ne soit pas à nouveau la victime des économies et blocages budgétaires.

En ce qui concerne l’erreur d’économie supplémentaire qui est mentionnée dans le rapport de l’Institut, le Conseil d’administration de l’Institut a dénoncé au ministre concerné, à savoir le ministre du Budget, la décision y afférente dans un courrier officiel du 2 avril 2012. Mon cabinet a également négocié avec le cabinet du ministre du Budget. Le 11 juin 2012, l’Institut a toutefois été informé de la décision officielle du ministre du Budget qui maintient cette économie supplémentaire. La décision finale ne m’appartenait donc pas.

Pour ce qui est du plan fédéral en matière de gendermainstreaming, les actions choisies y sont reprises (vous pouvez le consulter via le lien vers le site de l’institut

http://igvm-iefh.belgium.be/fr/binaries/Plan%20f%C3%A9d%C3%A9ral%20complet%20FR_tcm337-227037.pdf).

Par rapport aux avancées, je viens de déposer, début janvier, le rapport gendermainstreaming au parlement. Y sont reprises toutes les fiches sur les actions que le gouvernement et les administrations ont prises relativement au gendermainstreaming. Ce rapport vous a été transmis par le comité d’avis pour l’égalité des chances entre les femmes et les hommes.

Het Instituut voor gelijkheid van vrouwen en mannen heeft inderdaad besparingen moeten doorvoeren deze laatste jaren. Het gaat echter om algemene lineaire besparingsmaatregelen die van toepassing zijn op de hele regering en waarvan het Instituut niet het enige slachtoffer is. Telkens er besparingen opgelegd worden aan het Instituut, vraag ik evenwel altijd aan de minister van Begroting om een uitzondering te maken. Ik heb al meerdere malen gevochten voor de budgettaire lijn van de gelijke kansen, niet alleen voor het Instituut, maar ook voor het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding. Bovendien heb ik de budgettaire blokkering van 68 000 euro voor het Instituut op mijn eigen budget voor subsidies aan het Instituut genomen, opdat het Instituut niet opnieuw het slachtoffer zou zijn van de budgettaire besparingen en blokkeringen.

Wat de vergissing inzake de bijkomende besparing betreft, die vermeld wordt in het verslag van het Instituut, heeft de Raad van Bestuur van het Instituut de desbetreffende beslissing aan de kaak gesteld in een officiële brief van 2 april 2012 aan de betrokken minister, met name de minister van Begroting. Mijn kabinet heeft eveneens onderhandeld met het kabinet van de minister van Begroting. Op 11 juni 2012 werd het Instituut evenwel op de hoogte gebracht van de officiële beslissing van de minister van Begroting waarbij deze bijkomende besparing behouden wordt. De eindbeslissing lag dus niet in mijn handen.

Wat het federale plan inzake gender mainstreaming betreft, worden de gekozen acties hierin opgenomen (u kan dit plan raadplegen via de link naar de website van het Instituut

http://igvm-iefh.belgium.be/nl/binaries/Plan%20f%C3%A9d%C3%A9ral%20complet%20NL_tcm336-227037.pdf).

Wat de voortgang van het dossier betreft, heb ik zopas begin januari het verslag gender mainstreaming neergelegd bij het Parlement. Hierin bevinden zich alle fiches in verband met de acties die de regering en de administraties genomen hebben inzake gender mainstreaming. Het verslag werd u doorgestuurd door het Adviescomité voor gelijke kansen voor vrouwen en mannen.