5-2170/5

5-2170/5

Belgische Senaat

ZITTING 2013-2014

4 DECEMBER 2013


Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 28 mei 2002 betreffende de euthanasie teneinde euthanasie voor minderjarigen mogelijk te maken


TEKST AANGENOMEN DOOR DE VERENIGDE COMMISSIES VOOR DE JUSTITIE EN VOOR DE SOCIALE AANGELEGENHEDEN


Artikel 1

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2

In artikel 3 van de wet van 28 mei 2002 betreffende de euthanasie worden de volgende wijzigingen aangebracht :

a) in § 1, eerste lid, wordt het eerste streepje vervangen door wat volgt :

« — de patiėnt een handelingsbekwame meerderjarige, of een handelingsbekwame ontvoogde minderjarige, of nog een oordeelsbekwame minderjarige is en bewust is op het ogenblik van zijn verzoek; »;

b) in § 1, eerste lid, in het derde streepje, worden tussen het woord « de » en het woord « patiėnt » de woorden « meerderjarige of ontvoogde minderjarige » ingevoegd;

c) paragraaf 1, eerste lid, wordt aangevuld met een vierde streepje, luidende :

« — de minderjarige patiėnt die oordeelsbekwaam is, zich in een medisch uitzichtloze toestand bevindt van aanhoudend en ondraaglijk fysiek lijden dat niet gelenigd kan worden en dat binnen afzienbare termijn het overlijden tot gevolg heeft, en dat het gevolg is van een ernstige en ongeneeslijke, door ongeval of ziekte veroorzaakte aandoening. »;

d) paragraaf 2 wordt aangevuld met een 7ŗ, luidende :

« 7ŗ indien de patiėnt een niet-ontvoogde minderjarige is, bovendien een kinder- en jeugdpsychiater of een psycholoog raadplegen en hem op de hoogte brengen van de redenen voor deze raadpleging.

De geraadpleegde specialist neemt kennis van het medisch dossier, onderzoekt de patiėnt, vergewist zich van de oordeelsbekwaamheid van de minderjarige en attesteert dit schriftelijk.

De behandelende arts brengt de patiėnt en zijn wettelijke vertegenwoordigers op de hoogte van het resultaat van deze raadpleging.

Tijdens een onderhoud met de wettelijke vertegenwoordigers van de minderjarige bezorgt de behandelende arts hen alle informatie bedoeld in § 2, 1ŗ, en vergewist hij zich ervan dat zij hun akkoord geven betreffende het verzoek van de minderjarige patiėnt. »;

e) in de inleidende zin van § 3 worden tussen het woord « de » en het woord « patiėnt » de woorden « meerderjarige of ontvoogde minderjarige » ingevoegd;

f) in § 4, wordt de zin « Het verzoek van de patiėnt moet op schrift zijn gesteld » vervangen door wat volgt :

« Het verzoek van de patiėnt, alsook de instemming van de wettelijke vertegenwoordigers indien de patiėnt minderjarig is, moeten op schrift zijn gesteld »;

g) een § 4/1 wordt ingevoegd, luidende :

« § 4/1. Nadat de arts het verzoek van de patiėnt heeft behandeld, wordt aan de betrokkenen de mogelijkheid van psychologische bijstand geboden. »

Art. 3 (nieuw)

Artikel 7, vierde lid, 1ŗ, van dezelfde wet wordt aangevuld met de woorden « en, met betrekking tot de minderjarige patiėnt, of hij ontvoogd was. »